Daar zit je dan met je goeie gedrag. Toerist in eigen dorp. Het heeft zo zijn voordeel. Toeristenbelasting bijvoorbeeld, dit hoef ik in nu niet te betalen.
Hoe dit zover is gekomen, nou als volgt:
Binnenkort houden we, lees Nely, een etentje met de fietsclub bij ons thuis. Oké, inmiddels ben ik gewend aan de fietsclub terwijl er helemaal niet wordt gefietst althans niet door Nely. Een keer in de zoveel tijd wordt er bij elkaar gegeten. De laatste keer was het etentje bij een van de andere leden van het fietsclubje. De vrouw des huizes, die niet bij dit clubje hoort, bleef thuis en vergezelde het clubje, zij op enige afstand, maar het voelde toch als een indringer binnen het clubje.
Dus als het clubje bij ons thuis komt eten zou, het toch wel prettig zijn als ik ‘elders’ was. Normaal gesproken is de boot een prima uitvalsbasis echter die ligt op de kant in een bedrijfshal met het interieur meer binnen als buiten de boot, dus dit was geen optie.
De camper dan maar :-), Die stond nog op de oprit na de opleidingsweek in Braboland, kwam dit even goed uit. Als gezegd de camper geparkeerd op de plaatselijke camperplek aan de haven. Halsoverkop tussen de middag snel de camper neergezet want alle plaatsen zijn altijd bezet als ik er langs rijd naar het werk.
Een opwarm soepje, (erwtensoep, maar dan zonder worst, zie het vorige stukje) een flesje wijn meer heeft een mens op een avond niet nodig. Jammer genoeg is er verders niets te snoepen of snacken maar dat is toch beter?
Het regent, het waait en alle soorten verwarming staan aan in de camper. Ik proef een beetje wintersport. Alhoewel, op de wintersport had ik wel een hoofdkussen mee, die ben ik nu vergeten, maar wie weet; gaat het fietsclubje vroeg naar huis en krijg ik nog ‘visite’. Ik camper tenslotte nog geen kilometer van huis.

